ARGENTINA

 

 

Ligging

Argentinië (Spaans: Argentina), officieel de Argentijnse Republiek (Spaans: República Argentina), is een Spaanstalig land in het zuiden van Zuid-Amerika, tussen de Andes en de zuidelijke Atlantische Oceaan. Het grenst aan Uruguay, Brazilië, Paraguay, Bolivia en Chili. De naam is afgeleid van het Latijnse woord argentum (zilver), een edelmetaal dat een belangrijke rol speelde in de opkomst van het Europese kolonialisme.

Geschiedenis

In het begin van de 16e eeuw arriveerden de eerste Europeanen in de regio. Zij zochten in feite een doorgang van de Atlantische naar de Stille Oceaan. Onder hen vinden we onder andere Ferdinand Magellaan en Pedro de Mendoza. Deze laatste bouwde de nederzetting 'Nuestra Senora Santa Maria del Buen Aire', het huidige Buenos Aires rond 1536. Ook in het noord-westen van het land, waar men goede landbouwgronden vond, bouwden de Spanjaarden die vanuit het onderkoninkrijk Bolivia kwamen verschillende nederzettingen: Mendoza, Tucumán, Córdoba en Salta. Er werden paarden gefokt, vee werd gehouden voor de vleesproductie, suiker, tabak en groenten werden geteeld. Het gebied kende een grote bloei in de 17e en 18e eeuw omwille van de handel met het onderkoninkrijk Peru, terwijl Buenos Aires slechts een tweederangs haven was. Daar kwam slechts verandering in in 1776, toen Buenos Aires het bestuurscentrum werd van het nieuwe vicekoninkrijk 'Rio de la Plata', een gebied dat het huidige Argentinië, Uruguay, Paraguay en een deel van Bolivia bestreek.

In 1816 werd Argentinië onafhankelijk van Spanje, na een korte strijd met de Spaanse bezetters, onder de leiding van José de San Martín. Deze laatste wordt door de Argentijnen nog steeds als een held beschouwd. In de eerste jaren van deze jonge natie ontstonden er diverse conflicten tussen de centralisten en de federalisten, tot in 1853, toen er een nieuwe grondwet werd aangenomen. In 1865 moest Argentinië, dat nauwelijks een leger had, het hoofd bieden aan de landhonger van Paraguay (zie: Oorlog van de Drievoudige Alliantie). In een bloederige oorlog, die tot 1870 duurde, wisten de Argentijnen met hun Braziliaanse en Uruguayaanse bondgenoten Paraguay te verslaan. Een groot deel van de gesneuvelde soldaten bestond echter uit voormalige zwarte slaven die verplicht werden ten strijde te trekken. Toen deze oorlog ten einde kwam was dan ook bijna de gehele zwarte populatie van Argentinië uitgeroeid. In de tweede helft van de 19e eeuw, kende Buenos Aires een grote bloeiperiode, mede door de komst van duizenden migranten. Nieuwe technologieën (invriezen van vlees, spoorwegen) stimuleerden de landbouw en veeteelt. Nieuwe gebieden zoals Patagonië werden veroverd. Immigranten uit Engeland en Wales begonnen schapenfokkerijen op grote estancias. Argentinië werd na de Verenigde Staten het tweede 'Beloofde Land' van Amerika. Tussen 1880 en 1920 was Argentinië een van de rijkste landen ter wereld. Na een korte opleving rond de Tweede Wereldoorlog zakte het land definitief terug.

Vervolgens werd Argentinië gekenmerkt door terugkerende politieke conflicten tussen conservatieven en liberalen en tussen burgers en militairen. Na de Tweede Wereldoorlog kwam het populistische peronisme, wat de verhouding op scherp zette. Tot 1983 werden steeds bloediger optredende militaire junta's afgewisseld met autoritaire democratische regeringen, wat leidde tot oplopende economische problemen, corruptie, algemene afkeer van de politiek en de nederlaag in de Falklandoorlog. De nederlaag tegen Groot-Brittannië betekende een gezichtsverlies dat de junta niet meer te boven kwam.

Hierna maakten vier vrije verkiezingen duidelijk dat de democratie in Argentinië voet aan de grond kreeg. Eind jaren '80 begon de regering een nieuwe economische politiek, die leidde tot hoge groeicijfers in de jaren '90. In 2001 stortte de economie echter volledig in. De koppeling van de peso aan de dollar bleek niet houdbaar, waardoor de munt plotsklaps enorm in waarde daalde. Woedende Argentijnen verzamelden zich voor de banken, die echter door de regering gedwongen waren de spaarsaldi te bevriezen. Dit leidde tot een sociale en politieke crisis, die in korte tijd vijf presidenten dwong het veld te ruimen. Anno 2008 lijkt de Argentijnse economie zich te herstellen, alhoewel de plaatselijke bevolking in de nabije toekomst toch weer een economische crash verwacht

Geografie

Argentinië kan ruwweg in drieën gedeeld worden: de vruchtbare vlaktes van de pampa's in de noordelijke helft van het land, de bron van de Argentijnse agrarische rijkdom; het licht geaccidenteerde plateau van Patagonië in de zuidelijke helft tot aan Vuurland, en de rotsachtige Andes-bergrug langs de westelijke grens met Chili, met de Aconcagua als hoogste punt (6960 m.).

Belangrijke rivieren zijn de Paraguay, de Bermejo, de Colorado, de Uruguay en de langste rivier, de Paraná. De laatste twee komen samen in de Río de la Plata voordat ze in de Atlantische Oceaan uitmonden. Het Argentijnse klimaat is voornamelijk gematigd. Het Noorden is subtropisch, het zuiden droog en sub-Antarctisch.

Bevolking

Aan het eind van de 19e en begin van de 20e eeuw kwamen veel immigranten uit diverse Europese landen. De Argentijnse bevolking vormt een mengeling van nationale en etnische groepen, waarbij de nakomelingen van Italiaanse en Spaanse immigranten overheersen. Hierdoor heeft Argentinië een westerse cultuur. Daarnaast wonen vooral in de stedelijke gebieden zo'n half miljoen afstammelingen van immigranten uit Syrië, Libanon en andere landen in het Midden-Oosten. De oorspronkelijke bevolking, ongeveer 700.000 mensen, leeft vooral in het noorden, noordwesten en het zuiden. Massale immigratie uit China, Korea en Japan heeft er echter ook voor gezorgd dat Buenos Aires na Vancouver en São Paulo de grootste Aziatische bevolking van het Amerikaanse continent bezit.

Taal

De enige officiële taal is het Spaans, hoewel de immigranten ten dele hun eigen taal behouden hebben. De belangrijkste inheemse talen zijn het Guaraní, gesproken in het noordoosten, en het Quechua, gesproken in het noordwesten.

Religie

De meeste Argentijnen zijn rooms-katholiek. Meer dan 90 procent van de bevolking noemt zichzelf katholiek, hoewel slechts 20 procent van hen regelmatig naar de kerk gaat. Spaanse kolonisten hebben het katholicisme naar Zuid-Amerika gebracht, waar het lange tijd een factor van betekenis is geweest. Zo moesten presidentskandidaten tot voor kort katholiek zijn. In 1994 werd het artikel dat bepaalde dat de presidenten katholiek moesten zijn geschrapt.